De geschiedenis van Turkse lampen gaat terug tot de 13e eeuw, toen de Turken vanuit Centraal-Azië naar de Anatolische regio migreerden en hun eigen beschaving begonnen te vestigen. Daarbij werden ze beïnvloed door omringende culturen zoals Byzantium, Perzië en Arabië, en vormden ze een artistieke stijl die de islam en Turkse nationale kenmerken vermengde. Turkse verlichting is een van de vertegenwoordigers van deze stijl, die de liefde van het Turkse volk voor licht en kleur weerspiegelt, evenals hun ontzag en waardering voor het leven en de natuur.
Aanvankelijk werden Turkse lampen vooral gebruikt als verlichtingsinstrument op religieuze en politieke plaatsen zoals moskeeën en koninklijke paleizen. Later verspreidden ze zich geleidelijk onder de mensen en werden ze een must-have voor huisdecoratie. In Turkije heeft elk huis minstens één Turkse lamp, die niet alleen een praktisch item is, maar ook een symbool van geluk en geluk. Tijdens festivals of speciale gelegenheden steken mensen Turkse lantaarns aan om te bidden voor Gods bescherming en zegeningen.
Daarnaast is de oorsprong van Turkse lampen ook nauw verbonden met de ontwikkeling van de Turkse glasindustrie. De industrie begon tijdens het Seltsjoekse rijk (12e eeuw na Christus) en bereikte zijn hoogtepunt tijdens het Ottomaanse rijk, toen Istanbul het centrum van de glasproductie werd. Tijdens dit proces integreerden de bekwame ambachtslieden van Turkije de unieke islamitische mozaïekkunst in de productie van glazen lampen, waardoor deze lamp niet alleen praktisch was, maar ook van hogere artistieke waarde.
Over het algemeen is de geschiedenis van Turkse lampen nauw verbonden met de ontwikkeling van de cultuur en kunst. Het is niet alleen een onderdeel van het leven van het Turkse volk, maar ook een belangrijke uiting van zijn cultuur en traditie.